maandag 3 november 2014

Zakkenvulritus

Een slappe politieke hap is het momenteel. Het is stil en soms worden er een paar vragen voor de bühne gesteld om de naam in de plaatselijke krant de Bunschoter te krijgen, Het lijkt er zelfs op dat de journalisten het spannendste maar opschrijven en dat ze denken, laten we verder maar een paar teksten overschrijven uit de Donald Duck.
 
Dagobert Duck van de regionale RWA ging er met 3 ton vandoor. De wethouder van Bunschoten die toezicht houdt met de andere wethouders uit de belanghebbende gemeenten blijkt nergens vanaf te weten. Niemand heeft deze toezichthouders zogenaamd wat verteld. Toch weet ondergetekende dat vorig jaar de touwtjes zijn aangetrokken nadat er weer een groot financieel gat moest worden gedicht.
Maar blijkbaar zijn de touwtjes geen touwtjes maar zijn het elastiekjes geweest.
 
Niemand in de regio blijkt te weten dat een zwaar gesubsidieerd bedrijf even 3 ton uitgeeft aan een vertrekkend werknemer. Het staat niet op zichzelf, het is een ziekte die in de hele publieke en semi publieke sector voorkomt. De ziekte (zakkenvulritus) die niet met een enkel verbaast vraagje overgaat.
 
De Raad van de gemeente Bunschoten stelde er dus nog een paar vragen over. "Hoe kan dit nou?" vroegen ze zich met veel woorden onnozel af. Wat vragen voor de bühne en een motie die de wethouder heeft opgedragen het eens te onderzoeken. Met andere woorden, zoek eens een goed excuus, want als volksvertegenwoordiger kunnen  we dit niet verkopen. Maar zou je als volksvertegenwoordiger niet moeten gaan twijfelen aan die toezichthouders? En zou je daar tegen geen actie moeten ondernemen?
 
Ik durf te zeggen dat als dit toezicht heet dan zouden ze zich moeten schamen. Een rechtszaak tegen deze overvloedige beloningen zou een optie moeten zijn, en degene die hiertoe hebben besloten zouden ze voorlopig moeten schorsen. Als je als gemeente dit over je kant laat gaan dan is het einde zoek.
 
Zo komt een RWA zeker geld tekort en zo kunnen ze de regionale taak zeker niet vervullen.
Zo komen de arbeidsplaatsen van mensen die het nodig hebben zeker in gevaar. En uiteindelijk kan de burger in de regio voor het geld wat ze straks tekort komen, door deze overvloedige beloningen, weer opdraaien. Wordt vervolgt.
 
 
 
 
 
 

Pseudo meevallers ook een bedreiging voor Bunschoten?


In een vorig artikel heeft u kunnen lezen over de zorgen die we hebben betreffende de grondexploitatie. En in de dagbladen hebben we kunnen lezen dat veel gemeenten teveel risico hebben genomen en door het ijs zakken.  
Ondergetekende heeft al jaren gehamerd op een ander beleid. maar helaas, dit is er nog niet. De tijden veranderen maar de gemeenten staan betreffende dit beleid stil.


Wel wordt er op dit moment een beetje paniekerig gekeken naar het huidige grondbezit.
Bunschoten heeft gemiddeld per inwoner, veel te veel m2 grond in bezit.
En de prijzen staan onder druk, huizen worden slecht verkocht, en de reserves zouden daarom een neerwaartse beweging moeten maken op de balans.

Maar dat blijkt door een te hoge boekwaarde, betreffende een m2 grond, enigszins te worden verdoezeld. Dat het wordt verdoezeld is ook inherent aan het feit, dat als je gronden niet in de verkoop hebt de waarde niet exact is aan te geven. Zou je de gronden wel willen verkopen, dan is de te verwachte vraag en concrete interesse, op dat moment een peiler voor de waarde.

De gemeente Bunschoten is eerder al door de accountant op de vingers getikt, deze gaf aan dat de boekwaarde te hoog zou zijn. Om die reden is er op de grond afgeschreven. Maar door de economische malaise zou er op dit moment, in het kader van zuiverheid, ook weer sprake van een afschrijving moeten zijn.

Omdat de grond voor een langere termijn in bezit is bij gemeenten, heeft deze hogere boekwaarde in principe geen directe gevolgen, maar indirect wel. Door het gebruik van het boekhoudkundige overschot, wat er dus eigenlijk niet is, zal de gemeente teveel uitgeven aan de dagelijkse bedrijfsvoering. Het zou dus goed zijn de waarde een gemiddelde te geven. Door een maximaal te verwachten opbrengst tegen een minimaal te verwachten opbrengst te zetten en dit te toetsen aan de markt die op dat moment waardebepalend is.
 
Wie schrijft die blijft, lijkt het motto, maar wie de rekening in de toekomst moet betalen weten ze nog niet. Het is wel zeker dat die rekening er eens komt, en het is ook zeker dat een geschreven waarde niet altijd realistische waarde is. Ook is het zeker dat het cash geld er niet is, en er extra leningen moeten worden aangetrokken om de reguliere kosten te kunnen betalen. En lenen kost geld, staat er meestal geschreven in de kleine lettertjes.

Een andere truck om het er goed uit te laten zien is om intern de rente hoog te houden. de rente die in de regel wordt gehanteerd is 4% maar de rente die wordt betaald is rondom de incidentele 1,5%. Zo lijkt het in de boeken dat er meevallers worden gerealiseerd. Het gaat om grote bedragen en dat maal 1,5% t.o.v. afgesproken veilige rekenrente van 4%, lijkt het toch een leuke meevaller.


Deze pseudo meevallers worden ook gebruikt om de gaten in de normale bedrijfsvoering te dichten. Dat lijkt voor de buitenstaander op zich redelijk beleid, maar gezien de berekende en de te betalen rente rekent men zich te rijk, en lopen de tekorten alleen maar op. Op dit moment zeker, want de waarde van vastgoed zit in een neerwaartse spiraal. Iets wat extra wordt versterkt door een regering die niet durft te investeren in de economie maar bezig is met het beleid wat kapotbezuinigen heet.
Iets waardoor de burger telkens weer de rekening krijgt voorgeschoteld.

De inflatie zorgt ervoor dat het geld minder waard wordt en dat dus ook de reserves door de inflatie minder waarde hebben. Kortom alles wordt duurder dus kan je voor hetzelfde geld minder kopen. Daarbij komt dat de marktrente ongeveer 1,5% a 2% is en wij voor de ontvangen rente dus ook teveel rekenen (4%).  Zo creëert men boekhoudkundig een verschil van ruim 2% en dus wordt er teveel geld opgenomen door de organisatie voor de normale bedrijfsvoering om de gaatjes te vullen. De LDP vindt dat de rente ten goede moet komen aan de reserve, dit voorkomt ontwaarding. Wordt het geld uitgegeven aan de reguliere bedrijfsvoering dan trekt men een te grote broek aan en zal de burger de pijn weer moeten voelen door o.a. de verhoging van de O.Z.B.. De laatste jaren een verhoging die wordt verzacht met een (let wel) wettelijk verplichte verlaging van de reinigingsbelasting.
De beroemde sigaar uit eigen doos!

Ondergetekende heeft in 2011 een motie ingediend die er was op gericht, dat deze rente uit de zogenaamde Algemene reserve, de inflatiecorrectie van die reserve minimaliseert of uit laat komen op nul. Helaas heeft de meerderheid van de raad toen toch gekozen voor de onzuivere boekhoudkundige methode, waaruit lijkt dat er meer geld wordt geïncasseerd aan rente dan dat er uiteindelijk binnenkomt. Ja, je valt je eigen wethouder niet aan als coalitiepartij. Dualisme is in Bunschoten, en ik denk in heel Nederland een mooi woord, maar verder niets. Dit ook gezien de urenlange plaatselijke fractievergaderingen van de CU, CDA met de wethouders in hun midden.
 
Kortom, ontvangsten die boekhoudkundig zijn gecreëerd, maar die in de praktijk aan rente niet worden ontvangen. Creativiteit ten top, irrealistisch en onacceptabel. Het blijkt een gewoonte te zijn in gemeenteland die men niet wil loslaten, maar waar de belastingbetaler wel voor op moet draaien, want uiteindelijk moeten de gaatjes wel worden gedicht. En dan kunnen ze daarna weer roepen hoe goed ze het doen. Wel weer over de rug van de burger!