vrijdag 13 april 2012

Bunschoten in mineur over zorgenkindje solvabiliteit. Dit zagen we al jaren aankomen.

Als je teveel geld hebt in landerijen t.b.v. bouwgrond en je een te grote broek aan trekt als gemeente omdat je denkt een beetje te positief dat het inwoners aantal in 2015 naar de 25000 inwoners zal stijgen. En als je niet anticipeert op de woningmarkt en je het standpunt van een gedateerd eigen partijprogramma jaren later nog nastreeft, dan ben je niet goed bezig. Blijkt het dan zo te zijn dat zaken niet te verkopen zijn, dan blijf je met je geld in de toenmalige investering zitten, en heb je niet voldoende cashgeld om je normale bedrijfsvoering te financieren.


Kortom, voor dat laatste moet je dan lenen, en lenen kost geld.

Erger is het nog als je je als gemeente rijker rekent dat je bent. Dat gebeurd vaak als de waarde van grond te hoog in de boeken staat. Enige jaren terug viel de accountant hierover en is daarna de waarde van gronden gedereguleerd om zo een reële waarde te laten zien in de toekomstige begrotingen.

De waarde wordt dus minder als is geïnvesteerd en daarboven spelen de kapitaallasten zoals rente over het geld ook nog en rol en zal ook daardoor de solvabiliteit van een gemeente worden beïnvloed.
Want afschrijven betekend verdamping van kapitaal.
Dus rijk rekenen en positief boekhouden betekend dat je vroeg of laat toch de rekening krijgt.

Een vergelijking zou je kunnen maken als een burger die al zijn centjes in zijn huis heeft zitten en verder geen cashgeld meer heeft. En gaat dan een keer de wasmachine stuk dan moet hij lenen om hem te laten repareren of een nieuwe te kopen. En dat kost geld, en het wordt door deze lening een dure wasmachine.

Een gemeente kan technisch gezien niet failliet gaan. Wel kan een gemeente onder curatele worden gesteld door de provincie en zal er dankzij te positief boekhouden een saneringsplan moeten worden geproduceerd.
Dan moet de gemeente wel en moet alles wat ze besluiten goedgekeurd worden door de Provincie.

Regeren is vooruitzien en weglopen voor de reguliere lasten en daarvoor leningen aantrekken is dodelijk voor de financiële toestand van een gemeente. Het in je schulp kruipen en net doen of er niets aan de hand is, lijkt in bestuurlijk Nederland een mode verschijnsel aan het worden. En dat mogen we niet toelaten. Want doen we dat wel, worden we vroeg of laat met de rekening opgezadeld en die zal niet mals zijn.

In 2009 ging het nog niet zo slecht: De programma rekening over de begroting van 2009 liet een positief resultaat zien. Ondergetekende (toen Fractie Van de Mheen) wilde dit positieve resultaat ten gunste laten brengen van de verbetering van het solvabiliteitspercentage en dus ter verbetering van het eigen vermogen van onze gemeente. Maar belanghebbenden in stokpaardjes zagen deze investering in de toekomst niet zitten en joegen het over de kling. Een deel is gestort in de grondexploitatie en een deel aan rest taken 2009.
Beter had geweest om de schulden er mee af te lossen. Maar ja, ook het hete hangijzer om de voet van de gemeente, het plan Zuiderzee had toen, en nu nog, financiën nodig. Deze bodemloze put is nog steeds een strop om de nek van de gemeente Bunschoten. Die aftopping van de hoogte van het plan, heeft ook gezorgd voor een enorme aftopping van de hoogte van de financiën in de gemeente Bunschoten. Mismanagement? Jazeker! Mismanagement is het, en weer ten gunste van een onverantwoord stokpaardje van een partij.

In 2010 werd er een onduidelijk en vrijblijvend coalitieakkoord geschreven. De VVD heeft toen als volgt gereageerd m.b.t. de solvabiliteit van deze gemeente;

"Voor een blijvend sterk Bunschoten wordt er geschreven. Dan zou je toch denken aan een streven naar een verbeterd solvabiliteitpercentage. Wat inhoudt dat de gemeente in staat moet zijn betalingsverplichtingen te verrichten vanuit het eigenvermogen.
Dit percentage ligt ver onder de grens. Om een gemeente financieel gezond te houden zou dit toch een doelstelling moeten zijn.
Dat men ver onder de grens zit heeft o.a. te maken dat de gemeente zich onnodig teveel als ontwikkelaar gedraagt. De wet Voorkeursrecht Gemeente wordt vaak geïnterpreteerd als “we willen inbreng in bouwprojecten en daarom denken ze grond te moeten  kopen”.
Daar hadden we direct afspraken over willen maken. Het lijkt me belangrijker dan het onderwerp wat verder in het akkoord staat wat gaat over het oprichten van een aquarelvereniging die een keer in het jaar bottertjes moet komen schilderen".

Kortom, de keuze voor het pluche ging voor een duidelijk en in kaders vastgesteld akkoord. De vrijblijvendheid zorgt nu al voor de zure vruchten en dus verschillen van interpretatie m.b.t. dit halfbakken coalitieakkoord.
En de stokpaardjes rijden voorop en dat geeft ook de meningsverschillen binnen deze coalitie.

De VVD in de gemeente Bunschoten heeft ook een motie ingediend op 23 juni 2011. Deze motie was er op gestoeld dat de solvabiliteit in 2015 een waarde zou gaan vertegenwoordigen van 25%. De waarde stond en staat momenteel extreem laag. In 2011was de prognose dat de solvabiliteit tot een extreem lage waarde zou gaan van 14,8%.

De waarde die een gezonde gemeente zou moeten hebben is + 30%.
Dus de 25% was niet overvraagd en de noodzaak om er alles aan te doen en te bewerkstelligen dat de solvabiliteit een hogere waarde krijgt is voor de gemeente Bunschoten geen overbodige luxe. Nee het is een must om dit op te krikken. Maar de coalitie en het college wuifde het weg, en de uitdaging om de verhouding eigen vermogen en vreemd vermogen te verbeteren bleek niet nodig volgens de meerderheid van de raad.
Ook in dit opzicht hadden de stokpaardjes voorrang.

Een taakstelling die nodig is, en waar het in de toekomst niet bij zal blijven omdat we weten dat dit percentage boven de 30% moet zijn om te spreken van een financieel sterke gemeente die een gezonde balans heeft. Deze motie is conform het bestaande coalitieakkoord want we willen geen Amersfoort aan Zee creëren en daarmee zijn wij het allemaal wel eens.
Dit laatste blijkt trouwens door allerlei samenwerkingsverbanden al een beetje gecreerd te zijn. De raad van Bunschoten heeft in de jaren toegelaten dat er meer en meer samenwerkingsverbanden zijn bijgekomen waartegen ze alleen maar ja mogen knikken. De RWA/Amfors is een mooi voorbeeld. Dat wordt straks ook weer "slikken of stikken".

maandag 2 april 2012

Coelo Atlas en burgers maar wat wijs maken. Een aanloop naar een ozb verhoging?

Men wil ons laten geloven dat de belasting voor huiseigenaren in Bunschoten laag is. In de Bunschoter wordt het gemiddelde in Bunschoten zelfs vergeleken met het dure Blaricum.
Blaricum, een dorp waar de huizenprijs gemiddeld ruim een dubbele waarde heeft.
De ozb dreigt in 2013 met dit te optimistische bericht weer fors te stijgen als we niet uitkijken. Als dit college dit leest zien ze meteen weer kansen.



Waarop ons plaatselijke weekblad deze interpretatie baseerde en de logica vandaan heeft gehaald weet ik niet, maar met de vergelijking van de gemiddelde woningwaarde in Bunschoten en Blaricum, waarop de ozb is gebaseerd, kom je er niet.
Deze dorpen hebben maar één vergelijkbaar iets, en dat is de letter B, waarmee beide namen beginnen. De gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Blaricum is voor belastingjaar 2012 geschat op €625000. De gemiddelde WOZ-waarde in gemeente Bunschoten is voor belastingjaar 2012 geschat op €271000. En daarom is de vergelijking tussen Blaricum en Bunschoten op basis van deze gemiddelde waarden incorrect. 

Dat de ozb weer drastisch zal stijgen en  daarmee de huiseigenaar weer als melkkoe wordt gebruikt is groot. Dit plaatselijke kabinet heeft ervoor gezorgd dat de ozb in twee jaar al zo'n 33% is gestegen.

Elk jaar komen ze voor de behandeling van de kadernota weer met berichten dat we in Bunschoten niet zoveel belasting betalen. In de periode 2006/2010 was dit terecht.
Maar uiteindelijk hebben ze met dit soort gecamoufleerde jaarlijkse berichten, de eigenaren van onroerend goed al 40% ozb in krap twee jaar door de neus geboord.

Ook is het een mooie smoes , dat de gemeentelijke belasting laag blijft doordat de reinigingsbelasting lager wordt. Maar dat is een sigaar uit eigen doos, omdat voor deze belasting alleen de ware kosten mogen worden doorberekend.
Dus deze verlaging hadden de burgers toch wel gehad. Gaan deze kosten omhoog zal dit voor de burger een extra onkostenpost betekenen omdat deze kosten  één op één worden doorberekend. Tot nu toe hebben we het geluk gehad dat deze kosten meevielen maar de geluiden gaan de andere kant op, en dat zal resulteren tot een extreme verhoging.
Kortom, met deze post wordt de plaatselijke belastingdruk kunstmatig laag gehouden.
Ze hebben het zelf niet eens in de hand. Alles hangt af van externe invloeden.

Dan wil ik het nog hebben over de ozb in relatie met de huur.
Het gebruikersdeel ozb is in Nederland afgeschaft. Maar heeft een gebruiker (huurder) van een woning geen last van een eventuele ozb verhoging?
De woningcorporatie Gooi e.o. betaalt ongeveer een miljoen euro aan ozb aan de gemeente.
Het College wil de huurders nog doen geloven dat dit niet doorberekend wordt in de jaren, maar is dit zo?

Het is zo dat een corporatie een ozb verhoging niet direct mag doorberekenen.
Maar u zult begrijpen dat zij ook niet kunnen leven van de lucht, en dus moeten ze wat.
Of van de prestatieafspraken afwijken en minder sociale huurwoningen bouwen, hun (oude) woningen duurder verkopen, of de belastingen in termijnen doorberekenen.
Conclusie! Ook de huurder is indirect de dupe van een ozb verhoging.

De VVD opteert dan ook voor 2013 voor geen verhoging van de ozb.
Maximaal de inflatiecorrectie zullen we toestaan. En omdat we de 50% naderen in die halve periode dat ze zitten, en een verhoging van 26% in 2011 en 14% in 2012 al hebben gehad, wordt het tijd om niet steeds de rekening bij de burger neer te leggen, maar ook eens een keer in eigen vlees te snijden.

En laten we vooral niet te lang stilstaan bij het toekomstige snoepreisje op kosten van de
gemeenschap. Uiteindelijk is een snoepreisje naar het VNG congres van ongeveer 
€ 4000 a 5000 voor 4 a 5 personen buiten alle proporties en gevoelloos.
Zeker als je weet dat de burger in een tijd van bezuinigingen, er steeds meer op achteruit gaat. Het salaris van de plaatselijke bestuurders is goed, en ze krijgen een hele nette maandelijkse onkosten vergoeding, dus laten ze het feestje zelf maar betalen als dat toch willen meemaken. Doe je dat niet als bestuurder, dan mis je het gevoel voor deze samenleving, en sta je er (te) ver van af.