Nieuwsbrief geuronderzoek Bunschoten
Binnenkort start in opdracht van de provincie een zogenaamd geuronderzoek in Bunschoten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van geurklachten op en rondom bedrijventerrein Zuidwenk. Om de direct betrokkenen en belangstellenden goed op de hoogte te houden, zullen we de komende tijd minimaal drie nieuwsbrieven over dit onderzoek en het verloop ervan versturen.
In deze eerste nieuwsbrief informeren wij u over de opzet van het onderzoek en wat er precies gebeurt tijdens het onderzoek.
Het is een open deur: geur neem je waar met je neus. Ruiken is nu eenmaal een zintuiglijke eigenschap. Een apparaat kan dat niet voor ons doen, want een apparaat kan misschien wel de aanwezigheid van allerlei stoffen meten, maar weet niet wat dat voor geur veroorzaakt bij ons. Daarom bestaat de basis van elk geuronderzoek nog steeds uit het gewoon ruiken door mensen. In de praktijk zijn dat zogenoemde ‘geurpanels’, die op een officieel gestandaardiseerde wijze in een laboratorium ruiken aan geurmonsters of rechtstreeks buiten in het veld geurwaarnemingen doen.
Geurpanels
Voor het onderzoek in Bunschoten worden ook geurpanels ingezet. Dit zijn enkele ervaren onderzoekers van Witteveen+Bos (voor meer informatie over Witteveen + Bos: www.witteveenbos.nl ) die de komende twee maanden heel regelmatig op en rond het bedrijventerrein gaan ‘snuffelen’. Ze doen dit steeds op een systematische wijze, door geurpluimen windafwaarts van de (mogelijke) bron te benaderen. Ze kunnen verschillende geuren onderscheiden en zo vaststellen van welke plaats welke geur komt én ook hoe sterk die is. Zo kunnen de belangrijkste bronnen worden opgespoord, op een objectieve manier. Deze methode wordt vaak toegepast in Nederland.
Er is helaas één nadeel aan deze methode. De panels kunnen natuurlijk niet continu aanwezig zijn. En geur komt bij bedrijven niet altijd continu vrij. Het zijn vaak tijdelijke geurpieken, soms maar enkele minuten of enkele uren. Die overigens heel hinderlijk kunnen zijn. De oorzaak is soms een storing of een andere afwijking in een proces van een bedrijf. De kans is dus aanwezig dat de geurpanels deze pieken net missen. Daarom zal ook worden geprobeerd om bijvoorbeeld bij klachten snel ter plaatse te zijn om dan de metingen uit te voeren.
Elektronische neuzen
En om die geurpieken toch zoveel mogelijk te kunnen opsporen, gaan we daarnaast nog iets nieuws doen. We gaan meetapparaten gebruiken en neerzetten: zogenaamde ‘elektronische neuzen’. Die hebben het voordeel dat ze continu aanwezig kunnen zijn.
Maar hoe kan een elektronisch apparaat nu ruiken?
Zoals we eerder meldden: eigenlijk kan alleen onze neus dat.
De elektronische neuzen meten dan ook geen geur, maar meten veranderingen in de samenstelling van de lucht. Om dat te kunnen doen is zo‘n elektronische neus opgebouwd uit verschillende sensoren, die allemaal verschillend reageren op stoffen in de lucht.
Zo geven ze steeds een patroon van signalen. In het geuronderzoek in Bunschoten wordt nagegaan of de elektronische neuzen ‘getraind’ kunnen worden op de geuren die we daar waarnemen. De geurpanels nemen de elektronische neuzen mee in het veld en kijken zodra ze wat ruiken of er dan óók bij de neuzen bepaalde patronen zijn te herkennen. Als dat lukt, dan kunnen later de elektronische neuzen worden gebruikt om continu op die patronen te letten.
Deze methode is nog erg nieuw en is de afgelopen jaren getest door de DCMR (www.dcmr.nl) in Rijnmond. Daar heeft het goed gewerkt, maar de typische geuren komen daar van de chemische industrie en zijn dus anders dan in Bunschoten. Als de elektronische neuzen ook in Bunschoten de geuren kunnen onderscheiden, scheelt dat veel werk. Anders zullen het toch de echte neuzen zijn, die de duidelijkheid moeten geven.
U kunt zich via de website van de provincie Utrecht (www.provincie-utrecht.nl ) abonneren op deze nieuwsbrief. Vul daarvoor uw email in en we zorgen ervoor dat de volgende nieuwsbrief in uw mailbox valt.